Project omschrijving

PAPA Syndroom

PAPA is een uiterst zeldzame ziekte die meestal op de kinderleeftijd optreedt. De afkorting  PAPA staat voor Purulente (gepaard gaan met pus zonder dat er een infectie is) Artritis (gewrichtsontsteking), Pyoderma gangrenosum (afwijking van de huid waarbij huidzweertjes ontstaan) en Acne. Het is een erfelijk bepaalde ziekte. Behandeling bestaat uit ontstekingsremmende medicatie.

Symptomen

De meest voorkomende symptomen bij deze aandoening zijn artritis (gewrichtsontsteking), pyoderma gangrenosum (huidzweren) en acne. Het komt zelden voor dat alle drie symptomen tegelijkertijd aanwezig zijn bij de patiënt. De artritis komt vaak in de vroege kinderjaren voor (de eerste episode op een leeftijd tussen 1-10 jaar); het gaat vaak om één gewricht per keer. Het aangedane gewricht wordt dik, pijnlijk en rood. De klinische verschijnselen lijken op septische artritis (artritis veroorzaakt door de aanwezigheid van een bacterie in het gewricht). Artritis van het PAPA syndroom kan leiden tot schade aan het kraakbeen van het gewricht en het nabijgelegen bot. De grote huidzweren starten vaak later en treffen vaak beide benen. De cystische acne treedt vaak tijdens de puberteit op en kan ook op volwassen leeftijd nog voorkomen op het gezicht en de romp. De symptomen worden vaak uitgelokt door een klein letsel aan de huid of een gewricht.

Oorzaak

Het PAPA syndroom is een genetische aandoening die veroorzaakt wordt door kleine veranderingen (mutaties) in de aanleg van het genetisch materiaal (gen).mutaties van het gen PSTPIP1.  Het gen dat bij een PAPA gemuteerd is heet PSTPIP! De mutaties veranderen de werking van de eiwit dat door dit gen wordt aangemaakt; dit eiwit speelt een rol in de regulering van de ontstekingsreactie. Het PAPA syndroom is niet besmettelijk.

Erfelijkheid

Het PAPA syndroom wordt overgeërfd als autosomaal dominante aandoening. Dit betekent dat het niet van het geslacht afhangt. Dit betekent meestal ook dat één van de ouders verschijnselen van de ziekte heeft. Vaak worden in verschillende generaties van de familie personen met de ziekte gezien. Iemand met het PAPA syndroom heeft een kans van 50% dat zijn/haar kind ook het PAPA syndroom heeft.

Diagnose

Het PAPA-syndroom wordt in eerste instantie vastgesteld op basis van het klinisch beeld. Bij een kind met terugkerende periodes van pijnlijke gewrichtsontsteking, die niet reageren op antibiotica (in tegenstelling tot bacteriële artritis) moet aan het PAPA-syndroom worden gedacht. Artritis en afwijkingen aan de huid hoeven niet tegelijkertijd op te treden en hoeven niet bij elke patiënt voor te komen. Er moet uitgebreid navraag worden gedaan naar soortgelijke klachten bij familieleden. Aangezien het syndroom autosomaal dominant overerft, zijn er meestal andere leden van de familie met soortgelijke klachten. Bloedonderzoek kan het klinische vermoeden op het PAPA syndroom ondersteunen maar niet met zekerheid bevestigen. Hier is genetisch onderzoek voor nodig, waarbij er DNA-mutaties kunnen worden aangetoond in het PSTPIP1-gen.

Behandeling

Aangezien het PAPA-syndroom een genetische aandoening is, kan het niet worden genezen. Met de juiste behandeling kan de ontstekingsreactie in een gewricht wel worden beperkt om schade te voorkomen. Dit geldt ook voor afwijkingen op de huid, maar deze reageren erg langzaam op medicijnen. De behandeling van het PAPA-syndroom is afhankelijk van de verschijnselen die optreden. Bij artritis worden er corticosteroïden voorgeschreven, via de mond of direct in het gewricht. In sommige gevallen, wanneer er weinig effect is van de medicatie en de ontsteking vaak terugkomt, is het nodig om langdurig corticosteroïden in te nemen. Pyoderma gangraenosum reageert enigszins op orale corticosteroïden en kan ook worden behandeld met lokale afweer onderdrukkende en ontstekingsremmende medicijnen. De reactie op medicijnen is erg traag en de zweren kunnen erg pijnlijk zijn. Recent is aangetoond dat in enkele gevallen er goede reactie optreedt bij ‘biologicals’ op zowel de huidzweren als de artritis. Deze ‘biologicals’ remmen IL-1 en TNF, twee stoffen die ook betrokken zijn bij het in gang zetten van een ontstekingsreactie.

Prognose

De ziekte verloopt niet bij ieder kind hetzelfde. Een individu die het gemuteerde gen draagt, hoeft geen symptomen te hebben of kan zeer milde symptomen hebben (variabele penetrantie). De symptomen kunnen als het kind ouder wordt veranderen en worden ook vaak milder. Als eenmaal blijvende gewrichtsschade is opgetreden kan dat tot bewegingsbeperking en tot vervroegde slijtage van het gewricht ( = artrose) leiden.   Acute aanvallen van artritis kunnen het kind tijdelijk beperken in zijn dagelijkse bezigheden. Wanneer het echter adequaat behandeld wordt, zal er normaal gesproken snel verbetering optreden. Pyoderma gangraenosum kan erg pijnlijk zijn en het reageert erg traag op behandeling. Pyoderma gangrenosum in het gelaat kan patiënten veel zorgen opleveren. Het zelfbeeld, het zelfvertrouwen en de emotionele stemming kunnen er onder lijden. Psychologische hulp is dan beslist gewenst. Kinderen met PAPA syndroom kunnen gewoon naar school gaan en sporten. Later zijn er ook geen beperkingen wat betreft seksualiteit, anticonceptie en kinderen krijgen. Van deze kinderen zal echter wel gemiddeld 50% het PAPA-syndroom hebben.